30 verhalen over wat helpt
Op 20 november 2019, tijdens de Week tegen Kindermishandeling, is het 30 jaar geleden dat het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind is aangenomen door de Verenigde Naties. Daarom delen we een jaar lang 30 persoonlijke verhalen die een verschil hebben gemaakt in het leven (en werk) van professionals, ouders en kinderen die met kindermishandeling te maken kregen.
Bundeling van 30 verhalen
De ervaringsverhalen zijn gebundeld in het #lerenvanelkaar-magazine. Een prominente plek is er voor jouw verhaal, namelijk verhaal 30. Hiervoor zijn invulbare pagina’s in het magazine te vinden. Schrijven, opslaan en klaar; jouw verhaal is onderdeel van de 30 verhalen.
Bundeling 30 verhalen (desktopversie) – Bundeling 30 verhalen (mobiele versie)
30. Jouw naam: ‘Verhaal 30 is van jou’
‘Verhaal nummer 30 moet nog geschreven worden. En wel door jou.
29. Bianca: ‘Iedereen in de omgeving van een jongere kan van positieve invloed zijn.’
‘Volgens mij wil je niet dood, je wilt van je pijn af, zei ik tenslotte. “Ja”, antwoordde hij.’
28. Lianne: ‘Ik heb nooit kind mogen zijn’
‘Buitenshuis werd niet gesproken over wat er thuis gebeurde. Buitenshuis waren we op het eerste gezicht een gelukkig gezin.’
27. Judith: ‘Niets is wat het lijkt, dat heb ik wel geleerd.’
‘Fysiek geweld, maar ook vernederen, kleineren en haar zelfbeeld omlaag praten.’
26. Eveline: ‘Als jeugdarts en moeder wil ik niet de andere kant op kijken.’
‘Het liedje van de campagne zoemt door mijn hoofd: “Het houdt niet op, niet vanzelf”.’
25. Mohini: ‘Elk kind verdient liefde’
‘Ik heb mezelf geholpen door letterlijk en figuurlijk de gordijnen weer open te doen.’
24. Ilona: ‘Ik kan op mijn gevoel vertrouwen’
‘Het meisje liep op mij toe en vroeg: “Word jij nu mijn nieuwe mama?”‘
23. Marcia: ‘Vaak gaan we voor het veiligste, maar is dat ook het beste’
‘Ik wist dat zij geen langdurige plaatsing meer wilde. Maar toen ik haar belde zei ze direct ja.’
22. Ankie: ‘Ik kwam terecht in een familie die ik thuis niet had’
‘Eigenlijk wilde ik niet meer dat ze kwam, want het afscheid was zo heftig.’
21. Ted: ‘Bij ome Dik en tante Ger kon ik even kind zijn’
‘Thuis is waar je veilig bent. Maar ik was thuis nergens meer veilig.’
20. Gerard: ‘Macht moet altijd zorgend zijn’
‘Ik ging naast hem zitten en pakte hem vast: wat is er knul?’
19. Judith: ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden’
‘Ik weet nu hoe het voelt als ik ergens word ingezogen en welk effect dit op mij heeft.’
18. Paulien: ‘Wat er ook gebeurt, zie ons als ouders’
‘Wat Fred nog het meeste stak is, dat hij niet gezien is als ouder. Wie kende zijn zoontje nou het best?’
17. LINDA: ‘Sarah werd mijn motivator’
‘Zij vormen voor mij de bevestiging dat het anders kan, dat we wel het verschil voor deze kinderen kunnen maken.’
16. Marjolein: ‘Kijken door de ogen van het kind’
‘Dankzij hun vragen leerde ik hen, zo jong als zij waren, mee te nemen in mijn besluiten.’
15. Hameeda: ‘Mijn verhaal dient nu als instrument’
‘Er waren gelukkig ook lichtpuntjes. Van een juf bij wie ik op schoot mocht zitten, tot het winnen van de verhalenwedstrijd op school.’
14. Laura: ‘Het is zo dapper dat de kinderen zijn gaan praten’
‘We maken ons veel zorgen over de manier waarop jullie met de kinderen omgaan. Er moet echt verandering komen.’
13. DESIRÉE: ‘Had ik maar …’
‘”Vind je het fijn om hier professionele hulp bij te krijgen?”, vroeg ik.’
12. MAARTEN over ‘OPA’: ‘Had ik anders kunnen handelen?’
‘Je kunt problemen hebben, maar het wordt pas echt een probleem als je er niets mee wil doen.’
11. MARIEKE over LISANNE: ‘Vertrouwen op de kracht van het eigen netwerk’
‘”Maar vindt u het niet kwetsbaar”, vroeg ik hem, “een alleenstaande man met zoveel jonge kinderen?”‘
10. MYRA over ‘meisje van elf’: ‘Ze ging in het weekend gewoon naar huis’
‘Maar een kind zegt niet: “Dat doe ik omdat…” Dat weet het zelf ook niet.’
9. ESTHER over DAVE: ‘Mijn ouders gaven onze pleegbroer niet op’
‘Toch ging het niet goed. Het lukte Dave niet om rustiger te worden, zich veilig te voelen in de gezinssetting.’
8. ANJA over CARLIJN: ‘Ze wilde zo graag kind zijn’
‘Vaak is niet het belangrijkste wat een kind zegt, maar hoe het iets zegt.’
7. PETER over EVA: ‘Mooi om een mens bij te staan in zo’n moeilijke fase’
‘Het verhaal van Eva was de druppel en we besloten dat het anders moest.’
6. ELKE: ‘Geen vechtscheiding, want wij haddden Marieke’
‘Ik weet wel zeker dat het zonder Marieke allemaal niet zo goed was gegaan. Dat we aan onszelf niet genoeg hadden.’
5. ROSA over MANDY: ‘Dit kind was het gewend om geschopt te worden’
‘Hoe houd je ouders aangehaakt als je zelf een oordeel hebt over hun gedrag?’
4. ERIK over EVI: ‘Heb geen oordeel, zie wie ik ben’
‘Geregeld lees ik over agressieve uitbarstingen en gestelde diagnoses. Als ik hierin mee ga, staat iemand al met 5 0 achter.’
3. EVI: ‘Eindelijk werd ik niet meer gedwongen’
‘Door personeelstekorten kreeg ik telkens andere begeleiding. Dit wilde ik niet, want wat ik vertelde was superpersoonlijk.’
2. SOFIE: ‘Of ik knok of ik beland op de straat’
‘Ik was de eerste die erover sprak in mijn familie.’
1. MARIANNE over RITA: ‘Ik kan die boosheid nog steeds voelen’
‘Alles wees in de richting van seksueel misbruik maar die gedachte stond ik mezelf nog niet toe.’
Verschillende verhalen zijn geanonimiseerd ter bescherming van de geïnterviewde en/of de genoemde personen in de verhalen. De namen van de geïnterviewde personen zijn wel bekend bij het Nederlands Jeugdinstituut.